Nieuw-Zeeland is een land met een immens en divers landschap. Je zult daar dingen zien die je nergens anders ter wereld zult zien. Binnen een dag of twee rijden zie je spectaculaire gletsjers, pittoreske fjorden, ruige bergen, uitgestrekte vlaktes, glooiende heuvels, subtropische bossen, een vulkanisch plateau en kilometerslange kustlijn met zandstranden. Veel van deze landschappen worden beschermd door nationale parken met duizenden kilometers aan wandelpaden die hun schoonheid openstellen voor het publiek.
Lees ook: De diversiteit op Tahiti en zijn eilanden – een “must-see”
1. Prachtige stranden en kustlijnen
Met een kustlijn van ongeveer 15.000 kilometer en meer dan 25 zeereservaten, is het oceaangeurende landschap verweven met het buitenleven van Nieuw-Zeeland.
Nieuw-Zeeland kent alle stemmingen van de zee. Aan de oostkust speelt de Stille Oceaan langs baaien en stranden waar wit zand, branding en rustige havens enorme mogelijkheden bieden voor plezier. Aan de westkust is de Tasmanzee notoir wild en breekt het tegen ruige kliffen, verweerde rotsen en lange, stukken zwart zand.
2. Fascinerende Maori-cultuur
De Maori-cultuur in Nieuw-Zeeland kwam voort uit Polynesische migraties die ongeveer 700 jaar geleden begonnen. Hoewel erfgoedplekken en culturele ervaringen in het hele land te vinden zijn, hebben sommige plaatsen een speciale betekenis. In Waitangi kun je leren over het verdrag dat de loop van de geschiedenis van Nieuw-Zeeland voor altijd heeft veranderd. Central Otago toont nog steeds overblijfselen van de goudkoorts, toen duizenden mensen naar de regio stroomden op zoek naar rijkdom. En in Napier zie je een schat aan fantastische Art Deco-architectuur, die pas werkelijkheid werd omdat de stad bijna volledig werd verwoest door een enorme aardbeving in 1931.
3. Ongelooflijke eilanden
Gehuld in bos of bezaaid met boerderijen en vakantiehuizen, hebben eilanden een speciale charme die meteen opvalt op het moment dat je aan land stapt. De Noord- en Zuid-eilanden niet meegerekend, is het grootste eiland Rakiura – bij de meesten bekend als Stewart Island. Dit zuidelijke paradijs is de thuisbasis van het nieuwste nationale park van het land. Het is een plek om te wandelen en vogels en sterren te kijken.
Andere eilanden die zijn gewijd aan de bescherming van dieren in het wild zijn onder meer Kapiti ten noorden van Wellington en Tiritiri Matangi in de Golf van Hauraki. Vanuit de stad Auckland kun je veerboten nemen naar bevolkte eilanden zoals Waiheke en Great Barrier. Waiheke is een schilderachtige mix van landbouwgrond, bos, stranden, wijngaarden en olijfboomgaarden. Verder naar het noorden kun je de Bay of Islands ontdekken, een groot gebied van eilanden voor de kust tussen Cape Brett en het schiereiland Purerua.
4. Rustige meren
Een meer in Nieuw-Zeeland kan een bestemming op zich zijn of een moment van rust op weg naar ergens anders. Het grootste van de vele meren van het Noordereiland is Taupo – het is zo groot als een klein land en een van de beste bestemmingen om forel te vissen. Je kunt ook forel vangen in veel van de kratermeren van Rotorua.
De meeste meren op het Zuidereiland zijn ontstaan uit dezelfde soort glaciale actie die de fjorden heeft gecreëerd. Lake Te Anau is het grootste, met een oppervlakte van 344 vierkante kilometer. Lake Manapouri wordt vaak als het mooiste beschouwd – het heeft 34 eilanden en is op sommige plaatsen 440 meter diep.
5. Zeereservaten
Het eerste zeereservaat van Nieuw-Zeeland werd opgericht in 1975 in een gebied ten noorden van Auckland dat bekend staat als Goat Island. Het was een van de eerste no-take zeereservaten ter wereld. De vissen in dit reservaat hebben meer dan 30 jaar de tijd gehad om hun angst voor mensen te overwinnen. Tegenwoordig spelen ze om je heen als puppy’s.
Elk van de zeereservaten van Nieuw-Zeeland, en er zijn er meer dan 25, behoudt een gebied dat waardevol is omdat het typisch, uniek of buitengewoon mooi is. De zeereservaten van Fiordland beschermen bijvoorbeeld ’s werelds grootste zwarte koraalbomen – sommige meer dan 300 jaar oud.
6. Ongelooflijke natuurlijke fenomenen
IJstijden, breuklijnen, vulkanische zones en tektonische plaatbewegingen hebben allemaal hun stempel gedrukt op Nieuw-Zeeland. Het is een dynamische omgeving, ingeklemd tussen twee oceanen en hoog op de Pacific Ring of Fire. Wanneer extreme gebeurtenissen onder of boven het aardoppervlak plaatsvinden, is dat vaak het resultaat.
Actieve vulkanische gebieden, waaronder een zeevulkaan waar je doorheen kunt lopen, zijn uiterlijke uitingen van interne onrust. Maak een wandeling door de geothermische gebieden rond Rotorua en Taupo – fumarolen, kraters en geisers zijn eindeloos fascinerend.
7. Parken en reservaten
Deze beschermde plaatsen zijn een kans om de beschaving een paar uur of dagen achter je te laten. Prachtige parken – zowel natuurlijk als aangelegd – zijn plekken om te wandelen, je fotografie te oefenen of te dutten onder een boom in de zon.
Als je van wilde plekken houdt, zijn er 14 nationale parken om te ontdekken – van Tongariro op het Noordereiland tot Rakiura op Stewart Island. Er zijn ook tal van bosparken, natuurreservaten, beschermde gebieden en natuurreservaten.
Voor degenen die gecultiveerde omgevingen waarderen, zijn er prachtige tuinen en openbare parken te vinden in elke stad in Nieuw-Zeeland. Geniet van rododendrons in Taranaki, rozen in Rotorua en camelia’s in Dunedin.
Lees ook: 20 redenen voor een vakantie Lord Howe Island
8. Onvergetelijke mooie uitzichten
In een land met evenveel bergketens en vulkanen als Nieuw-Zeeland maken enorme uitzichten deel uit van het pakket. Fantastische stedelijke panorama’s zijn te vinden op de top van Mount Eden en One Tree Hill in Auckland, Mount Victoria in Wellington, de top van de Port Hills in Christchurch en Flagstaff Hill in Dunedin.